Ondernemersklankbord

Werktijdverkorting in verband met het coronavirus

Werktijdverkorting (wtv)
Ondernemers met verlies van werkuren vanwege het corona-virus, kunnen mogelijk werktijdverkorting aanvragen bij het ministerie van Sociale Zaken.

Werknemers kunnen dan een beroep doen op een WW-uitkering. Na ontvangst van de vergunning voor werktijdverkorting moet de werkgever deze direct bij het UWV melden. Daarna kan een WW-uitkering voor het personeel worden aangevraagd bij het UWV. UWV vergoedt achteraf dan de uren die de werknemers niet werkten tijdens de vergunningsperiode, voor de uren waarvoor een vergunning is ontvangen. Als de werknemers aan de voorwaarden voldoen, maakt UWV de WW-uitkeringen aan de werkgever over. Deze betaalt dus minder loonkosten, terwijl de werknemers wel volledig in dienst blijven. Een vergunning is steeds zes weken geldig. Werktijdverkorting is niet mogelijk voor zzp’ers, oproepkrachten en uitzendkrachten.

Loondoorbetaling tijdens de vergunningsperiode
VNO-NCW, MKB-Nederland en AWVN raden werkgevers aan om het loon voor de niet-gewerkte uren gewoon door te betalen tijdens werktijdverkorting, als de financiële positie van de onderneming het toelaat. Werkgevers zouden tenminste moeten doorbetalen wat zij achteraf, steeds na afloop van de vergunningsperiode van zes weken, in het kader van de wtv-regeling door het UWV vergoed zullen krijgen. Dat is 75 procent voor de eerste twee maanden, en 70 procent voor de periode daarna (over maximaal € 57.232 bruto op jaarbasis). Ze zouden dit ook moeten doen als werknemers onvoldoende WW-rechten hebben.

De werkgever is overigens formeel vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht voor de uren die de werknemer in het kader van de werktijdverkorting niet werkt. Dat kan echter niet het geval zijn als in cao of arbeidsvoorwaardenregeling is afgesproken dat het loon geheel of gedeeltelijk toch wordt doorbetaald.

Lees hier meer.