Windturbine plaatsen of windturbinepark bouwen

Wilt u een windmolen (windturbine) plaatsen of een windturbinepark beginnen? Bijvoorbeeld op agrarische grond of op bedrijfsgrond? U moet hiervoor een omgevingsvergunning aanvragen bij de gemeente, of een projectbesluit bij de provincie of het Rijk.

Onderzoek effect windmolen op omgeving

U moet onderzoek doen naar de effecten van de windturbines op de omgeving. Dat doet u met een milieueffectrapportage. U maakt deze rapportage voordat u een projectbesluit of een omgevingsvergunning aanvraagt. De mer is alleen verplicht bij meer dan 20 windmolens. Voor 3 tot 20 turbines beoordeelt de gemeente, provincie of het Rijk eerst of een mer nodig is: de mer-beoordeling. U kunt ook zelf kiezen om een mer te maken.

Omgevingsvergunning of projectbesluit aanvragen voor windpark

De grootte, het vermogen en de locatie van het windpark bepaalt wat u precies waar moet regelen: 

• Bij een windpark (3 of meer windturbines) of windturbines met een vermogen tot 5 megawatt moet u een omgevingsvergunning  aanvragen bij de gemeente via het Omgevingsloket. De gemeente moet soms besluiten om het omgevingsplan aan te passen.
• Bij een windpark met een vermogen tussen de 5 en 100 megawatt moet u een projectbesluit aanvragen bij de provincie via het Omgevingsloket. De provincie bekijkt dan bijvoorbeeld de impact op de omgeving en doet onderzoek naar verschillende oplossingen (de projectprocedure). In het projectbesluit bepaalt de provincie de details voor het windpark en de maatregelen voor de omgeving.
• Bij een windpark met een vermogen van meer dan 100 megawatt moet u een projectbesluit aanvragen bij het Rijk via de minister van Klimaat en Groene Groei.

Windpark op zee beginnen

Een windpark op zee mag alleen in een gebied dat de Rijksoverheid heeft aangewezen. En u moet meedoen aan een tenderprocedure. De winnaar van de tender krijgt de vergunning voor het windpark. Bekijk de stappen voor een windpark op zee.

Regels voor windturbines

Een windpark heeft effecten op de omgeving. Daarom moeten windturbines:

• voldoen aan de regels voor geluid
• voldoen aan de regels voor veiligheid
• voor zo weinig mogelijk overlast zorgen voor omwonenden (bijvoorbeeld slagschaduw)
• zo goed mogelijk passen in het landschap en zo weinig mogelijk schade toebrengen aan dieren planten (bijvoorbeeld de vogeltrek)
• veilig zijn voor het vliegverkeer (bijvoorbeeld radarverstoring, obstakelverlichting en hoogtebeperking)
• voldoen aan de bouwregels in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) met regels bijvoorbeeld over de veiligheid van de constructie