Bestrijdingsmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen gebruiken
Gaat u ongedierte en onkruid bestrijden? Als u bestrijdingsmiddelen (zoals gewasbeschermingsmiddelen en biociden) gebruikt, heeft u mogelijk een licentie of vergunning nodig.
Welke bestrijdingsmiddelen zijn er?
Er zijn verschillende soorten bestrijdingsmiddelen:
- Gewasbeschermingsmiddelen helpen om ziekten, onkruid, en andere plagen te beheersen.
- Biociden werken tegen bacteriën, schimmels, en ongedierte zoals insecten of muizen.
- Biologische bestrijdingsmiddelen bestrijden ongedierte op een natuurlijke manier, zoals roofmijten, lieveheersbeestjes, of sluipwespen.
Licentie voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Gewasbeschermingsmiddelen en biociden zijn chemische bestrijdingsmiddelen. Wilt u professionele chemische bestrijdingsmiddelen kopen, gebruiken, opslaan, of verkopen? Dan moet u een licentie voor chemische bestrijdingsmiddelen hebben. U moet voor een licentie een erkende opleiding hebben gevolgd, waarin u leert over de gevaren van chemische bestrijdingsmiddelen en hoe u veilig met chemische beschermingsmiddelen werkt. Een licentie is 5 jaar geldig.
U heeft geen licentie nodig als het middel dat u wilt kopen, gebruiken, opslaan of verkopen geen professioneel bestrijdingsmiddel is. Op het etiket staat of het een professioneel bestrijdingsmiddel is.
Vergunning voor biologische bestrijdingsmiddelen
Biologische bestrijdingsmiddelen zijn natuurlijke vijanden van ziekten, plagen en onkruiden. Bijvoorbeeld roofmijten, sluipwespen of andere roofdieren en parasieten. U mag alleen de biologische bestrijdingsmiddelen gebruiken uit Bijlage VIIb van de Omgevingsregeling. Staat het bestrijdingsmiddel niet in die bijlage? Dan moet u een omgevingsvergunning aanvragen bij het Omgevingsloket om het biologische bestrijdingsmiddel in te mogen zetten.
Welke gewasbeschermingsmiddelen en biociden mag u gebruiken?
U mag alleen bestrijdingsmiddelen gebruiken of verkopen die op de lijst met toegelaten gewasbeschermingsmiddelen staan. Dit zijn bestrijdingsmiddelen die het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft goedgekeurd. U kunt als producent bij het Ctgb toelating aanvragen voor nieuwe bestrijdingsmiddelen. Goedgekeurde bestrijdingsmiddelen krijgen een toelatingsnummer, bestaande uit 5 cijfers en de hoofdletter N, dat op het etiket moet staan.
Verboden gewasbeschermingsmiddelen
Als een gewasbeschermingsmiddel niet op de lijst met toegelaten gewasbeschermingsmiddelen van het Ctgb of in de ECHA-database staat dan is het een verboden bestrijdingsmiddel en mag u het niet gebruiken.
Gebruik van neonicotinoïden
Voor gewassen die bijen aantrekken (open teelt) is een aantal bestrijdingsmiddelen verboden. U mag de volgende neonicotinoïden niet gebruiken:
- clothianidin
- thiamethoxam
- imidacloprid
U mag deze stoffen soms wel gebruiken, bijvoorbeeld voor gewassen in een kas, na de bloei, of op wintergranen. Op het etiket vindt u hoe en op welke teelt u het bestrijdingsmiddel met neonicotinoïden mag gebruiken.
Bewijs van vakbekwaamheid
Bent u professioneel ongediertebestrijder? U moet een bewijs van vakbekwaamheid voor het beheersen van plaagdieren en houtaantastende organismen hebben van het Register Plaagdierbeheersing Milieu en Veiligheid (RPMV). U moet hiervoor een opleiding en examen doen. Het bewijs van vakbekwaamheid is 5 jaar geldig, daarna moet u het bewijs verlengen. Voor verlenging moet u nascholing doen en bewijzen dat u in die 5 jaar volgens de regels heeft gewerkt.
Gebruik bestrijdingsmiddelen bijhouden
U moet een gewasbeschermingsmonitor hebben en een spuitregistratie bijhouden als u professionele bestrijdingsmiddelen gebruikt. Hierin houdt u per teeltseizoen bij welke en hoeveel bestrijdingsmiddelen u gebruikt. En wat het effect er van is. Zo weet u welke middelen goed werken voor uw volgende teelt. De NVWA ziet op basis van uw registratie of u zich aan de regels houdt.
Afvalwater zuiveren en verwaaiing verminderen
U moet zoveel mogelijk voorkomen dat gewasbeschermingsmiddelen in de natuur terecht komen:
- Glastuinbouwbedrijven moeten ten minste 95% van de werkzame stoffen in de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen uit het afvalwater zuiveren.
- Tuinbouwbedrijven (open teelt) moeten maatregelen nemen om de verwaaiing (drift) van gewasbeschermingsmiddelen voor het hele perceel met 75 tot 99 procent te verminderen. Ook als er een sloot in uw perceel ligt waardoor het uit 2 (of meer) delen bestaat.
Verpakking en machines schoonspoelen
U moet de verpakking van gewasbeschermingsmiddelen als deze leeg is, schoonspoelen met reinigingsapparatuur die voldoet aan de normen van NEN-ISO 21278. U moet ook de spuitmachine schoonspoelen. Het spoelwater mag niet in de sloot of het riool komen. U moet verpakkingen en restanten van gewasbeschermingsmiddelen afvoeren als bedrijfsafval of als klein chemisch afval (kca).
Spuiten laten keuren
Werkt u met spuitapparatuur en machines voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen? Dan moet u deze minstens 1 keer in de 3 jaar laten keuren door een erkend keuringsbedrijf.
Grond ontsmetten
U kunt grond ontsmetten om plantenziekten uit te roeien. Dat kan op verschillende manieren en mag voor een aantal soorten gewas (gewasgroepen). Gaat u de grond chemisch ontsmetten? U moet minstens 3 weken voordat u begint een chemische grondontsmetting melden bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Voor elk perceel doet u een aparte melding.
Plan jouw intakegesprek met een ervaren adviseur
Geheel kosteloos en vrijblijvend. Na het intakegesprek bepaal je of je verder wilt gaan met het coachingstraject.
-
Persoonlijk advies van een ervaren ondernemer
-
Onze adviseurs zijn onafhankelijk en onpartijdig
-
Intakegesprek zonder kosten of verplichtingen